Leiderschap kent vele vormen en stijlen, elk met zijn eigen sterke punten en uitdagingen. Met deze uitgebreide test van 15 vragen ontdek je welke leiderschapsstijl bij jou het meest naar voren komt. Ontdek of je een autocratische, transformationele, democratische, laissez-faire, coachende of situationele leider bent!
1. Hoe neem je beslissingen in je team?
- A) Ik neem de beslissingen zelf en verwacht dat ze worden opgevolgd.
- B) Ik betrek mijn team en houd rekening met hun input, maar neem uiteindelijk zelf de beslissing.
- C) Ik geef mijn team de vrijheid om beslissingen te nemen, zolang de doelen worden behaald.
- D) Ik overleg met mijn team en beslis samen met hen welke richting we op gaan.
- E) Ik beoordeel de situatie en pas mijn besluitvormingsstijl aan afhankelijk van de omstandigheden.
- F) Ik begeleid mijn team bij het nemen van beslissingen en coach hen naar de beste oplossing.
2. Hoe motiveer je jouw team?
- A) Ik stel duidelijke doelen en verwacht dat ze hard werken om die te bereiken.
- B) Ik inspireer mijn team door een aantrekkelijke toekomstvisie neer te zetten.
- C) Ik laat mijn team zelf hun motivatie vinden en geef hen de vrijheid om hun eigen doelen te stellen.
- D) Ik motiveer door het team te betrekken bij het formuleren van de doelen en strategieën.
- E) Ik kies de beste manier om te motiveren op basis van de situatie en het individu.
- F) Ik gebruik coachingstechnieken om teamleden te helpen hun eigen motivatie en doelen te ontdekken.
3. Hoe ga je om met feedback?
- A) Ik geef feedback wanneer dat nodig is en verwacht dat mijn team daarop reageert.
- B) Ik gebruik feedback om mijn team te inspireren om beter te presteren.
- C) Ik geef mijn team vrijheid om zelf te reflecteren en feedback te implementeren.
- D) Ik vraag om input van mijn team over hun prestaties en werk samen aan verbeteringen.
- E) Ik pas mijn feedbackstijl aan op basis van de situatie en het individu.
- F) Ik gebruik feedback als een coachingtool om teamleden te helpen groeien.
4. Hoe reageer je op tegenslagen in je team?
- A) Ik neem zelf de leiding en zorg dat we snel een oplossing vinden.
- B) Ik moedig mijn team aan om van tegenslagen te leren en gemotiveerd te blijven.
- C) Ik laat mijn team de verantwoordelijkheid nemen voor hun fouten en oplossingen vinden.
- D) Ik bespreek samen met het team wat er fout ging en we zoeken gezamenlijk naar oplossingen.
- E) Mijn reactie hangt af van de oorzaak van de tegenslag en de vaardigheden van mijn team.
- F) Ik begeleid mijn team om de oorzaken van tegenslagen te ontdekken en nieuwe oplossingen te bedenken.
5. Hoe pak je de ontwikkeling van je teamleden aan?
- A) Ik verwacht dat ze zelfstandig groeien en zich aanpassen aan de eisen van het werk.
- B) Ik moedig mijn team aan om zichzelf te ontwikkelen en inspireer hen om hun beste zelf te zijn.
- C) Ik geef hen volledige vrijheid om hun eigen ontwikkelingspaden te kiezen.
- D) Ik betrek mijn team bij het opstellen van ontwikkelingsplannen en geef hen de ruimte om mee te beslissen.
- E) Ik pas mijn aanpak aan op basis van hun niveau van ontwikkeling en hun specifieke behoeften.
- F) Ik coach mijn teamleden individueel en help hen hun volledige potentieel te ontdekken.
6. Hoe ga je om met conflicten in je team?
- A) Ik neem de leiding en zorg ervoor dat het conflict snel wordt opgelost.
- B) Ik gebruik conflicten als leermomenten en inspireer mijn team om sterker te worden door uitdagingen te overwinnen.
- C) Ik laat mijn teamleden hun conflicten zelf oplossen zonder in te grijpen.
- D) Ik bespreek het conflict met mijn team en werk samen om een oplossing te vinden.
- E) Ik pas mijn aanpak aan afhankelijk van de ernst van het conflict en de betrokkenen.
- F) Ik gebruik coaching om het team te begeleiden naar een oplossing en een betere samenwerking.
7. Hoe geef je richting aan je team?
- A) Ik bepaal de richting en stel duidelijke instructies voor mijn team.
- B) Ik creëer een inspirerende visie en motiveer mijn team om die te volgen.
- C) Ik laat mijn team zelfstandig werken en geef ze vrijheid om hun eigen richting te bepalen.
- D) Ik betrek mijn team bij het bepalen van de richting en zorg voor consensus.
- E) Ik pas de richting aan op basis van de situatie en de behoeften van het team.
- F) Ik coach mijn team om zelf richting te vinden en stel gerichte vragen om hen te ondersteunen.
8. Hoe reageer je als een teamlid worstelt met een taak?
- A) Ik geef directe instructies en verwacht dat ze de taak snel onder de knie krijgen.
- B) Ik inspireer hen door het grote plaatje te laten zien en motiveer hen om het beste uit zichzelf te halen.
- C) Ik geef hen de vrijheid om zelf te leren en fouten te maken.
- D) Ik werk samen met het teamlid om te begrijpen waar de uitdaging ligt en zoek samen naar een oplossing.
- E) Ik pas mijn aanpak aan afhankelijk van hun vaardigheden en motivatie.
- F) Ik gebruik coaching om hen te helpen zelf oplossingen te vinden en hun zelfvertrouwen op te bouwen.
9. Hoe ga je om met onzekerheid binnen je team?
- A) Ik bied duidelijke richtlijnen en structuur om onzekerheid te verminderen.
- B) Ik gebruik inspiratie om mijn team te motiveren en hen vertrouwen te geven in de toekomst.
- C) Ik laat mijn team zelf beslissingen nemen en leer hen omgaan met onzekerheid.
- D) Ik betrek mijn team bij het vinden van oplossingen en zorg dat iedereen zich gehoord voelt.
- E) Mijn aanpak hangt af van de mate van onzekerheid en de vaardigheden van mijn team.
- F) Ik gebruik coaching om teamleden te begeleiden bij het navigeren door onzekerheid.
10. Wat is jouw rol tijdens een brainstormsessie?
- A) Ik leid de discussie en neem het voortouw bij het bedenken van oplossingen.
- B) Ik inspireer mijn team met nieuwe ideeën en motiveer hen om creatief te denken.
- C) Ik laat mijn team zelf de leiding nemen en geef ze de ruimte om hun ideeën te ontwikkelen.
- D) Ik werk samen met mijn team en moedig iedereen aan om actief bij te dragen.
- E) Mijn rol varieert afhankelijk van de groep en de situatie.
- F) Ik coach mijn team door vragen te stellen en hen te helpen hun ideeën verder te ontwikkelen.
11. Hoe organiseer je werk binnen je team?
- A) Ik geef duidelijke opdrachten en zorg dat iedereen weet wat ze moeten doen.
- B) Ik inspireer mijn team om zelfstandig taken op zich te nemen en verantwoordelijkheid te dragen.
- C) Ik geef mijn team volledige vrijheid om hun eigen werk te organiseren.
- D) Ik overleg met mijn team over de verdeling van taken en zorg dat iedereen betrokken is.
- E) Mijn organisatieaanpak verschilt per situatie en de ervaring van het team.
- F) Ik gebruik coaching om mijn team te helpen hun werk effectiever te organiseren.
12. Hoe reageer je op veranderingen in je organisatie?
- A) Ik leid de veranderingen en zorg dat mijn team zich snel aanpast.
- B) Ik inspireer mijn team om de veranderingen te omarmen en zie het als een kans om te groeien.
- C) Ik geef mijn team de ruimte om zelfstandig om te gaan met veranderingen.
- D) Ik overleg met mijn team over de veranderingen en zorg dat iedereen betrokken is bij het proces.
- E) Mijn aanpak verschilt per situatie en per individu; ik pas mijn leiderschap aan op de context.
- F) Ik coach mijn team om effectief met veranderingen om te gaan en help hen bij het ontwikkelen van de benodigde vaardigheden.
13. Hoe zorg je ervoor dat teamleden zich ontwikkelen?
- A) Ik geef duidelijke instructies en bied trainingsmogelijkheden aan.
- B) Ik inspireer hen om zichzelf te verbeteren en moedig hen aan om buiten hun comfortzone te treden.
- C) Ik laat hen hun eigen ontwikkelingsplannen volgen en bied weinig directe begeleiding.
- D) Ik bespreek hun doelen en werk samen aan hun ontwikkelingsplannen.
- E) Ik pas mijn ontwikkelingsstrategie aan op basis van de situatie en de specifieke behoeften van het teamlid.
- F) Ik gebruik coachende technieken om teamleden te ondersteunen in hun persoonlijke en professionele groei.
14. Hoe hanteer je deadlines?
- A) Ik stel strikte deadlines vast en verwacht dat mijn team ze haalt.
- B) Ik moedig mijn team aan om gemotiveerd te blijven en deadlines als een stimulans te zien.
- C) Ik geef mijn team de vrijheid om zelf deadlines te bepalen en hun werk zelfstandig te plannen.
- D) Ik betrek mijn team bij het opstellen van realistische deadlines en zorg voor gezamenlijke verantwoordelijkheid.
- E) Afhankelijk van de taak en het teamlid pas ik de strengheid van de deadlines aan.
- F) Ik gebruik coaching om teamleden te helpen hun tijd en middelen effectiever te beheren om deadlines te halen.
15. Hoe ga je om met tegenspraak of kritiek?
- A) Ik handel de situatie direct af en verwacht dat mijn team zich aanpast.
- B) Ik gebruik de tegenspraak als een kans om te leren en inspireer mijn team om naar een gezamenlijke oplossing te werken.
- C) Ik geef mijn team de vrijheid om hun mening te geven en los het conflict pas op als dat echt nodig is.
- D) Ik betrek mijn team bij het bespreken van de kwestie en werk samen aan een oplossing.
- E) Mijn reactie hangt af van de aard van de kritiek en de situatie waarin deze ontstaat.
- F) Ik gebruik coaching om teamleden te helpen hun zorgen en feedback te uiten en werk samen om de situatie te verbeteren.
Resultaten:
Meestal A: Autocratisch Leiderschap
Je hebt de neiging om de controle strak te houden en duidelijke instructies te geven. Hoewel deze stijl snel en effectief kan zijn in crisissituaties, is het belangrijk om de betrokkenheid en creativiteit van je team niet te verwaarlozen.
Meestal B: Transformationeel Leiderschap
Je inspireert en motiveert je team door een duidelijke visie te presenteren. Deze stijl helpt om medewerkers hun persoonlijke doelen te overstijgen en naar een hoger niveau te tillen, maar zorg ervoor dat je ook luistert naar feedback van je team.
Meestal C: Laissez-faire Leiderschap
Je geeft je team de vrijheid om hun eigen werk te organiseren. Dit kan werken met een ervaren team, maar het risico bestaat dat je te ver van het proces af staat en te weinig begeleiding biedt.
Meestal D: Democratisch Leiderschap
Je betrekt je team bij beslissingen en zorgt voor een open omgeving waar iedereen zich gehoord voelt. Dit kan leiden tot sterke samenwerking, maar kan tijdrovend zijn als er snel knopen doorgehakt moeten worden.
Meestal E: Situationeel Leiderschap
Je past je leiderschapsstijl aan op basis van de situatie en de behoeften van je team. Dit maakt je een flexibele leider die in staat is om in verschillende omstandigheden effectief te zijn, maar je moet ervoor zorgen dat je duidelijkheid behoudt in je aanpak.
Meestal F: Coachend Leiderschap
Je begeleidt je teamleden om hun eigen oplossingen te vinden en persoonlijke groei te realiseren. Dit is een zeer effectieve stijl voor de ontwikkeling van je team, maar het kan veel tijd en geduld vergen om resultaten te zien.